28.3.06

Het goddelijke lichaam en ik

Af en toe kom ik het goddelijke lichaam tegen. Niet zo vaak als ik zou willen, maar net vaak genoeg om plannen te maken. Omdat ik weleens wou weten wat er achter zo'n lichaam schuilgaat, zou ik bijvoorbeeld naast hem gaan zitten. De zon zou schijnen, de lente zou bruisen. Hij zou alleen op een bankje zitten en ik zou zeggen: 'Zit jij hier helemaal alleen!', en 'Mag ik erbij?'
Een goed plan, al zeg ik het zelf, maar het werkte niet.
Hij was in de buurt, maar zat nergens op een bankje. Hij liep rond, en niet alleen, maar met een vriend. Bovendien mocht de zon dan wel schijnen, echt bruisen deed de lente nog niet. Dus ging ik alleen op een bankje zitten. Ook wel een beetje gerustgesteld, want hoe begin je een gesprek met een goddelijk lichaam.
Tot hij ineens voor mij stond, de vriend drie stappen verderop.
'He, zit jij hier helemaal alleen!', en of het goed was als ze erbij kwamen.

Geen opmerkingen: