29.11.04

...wat is die Willoughby een klootzak zeg.

28.11.04

Kinderjury

Zondagmiddag - buiten regent het, binnen doet Kevin Vandeperre zijn ding op Sporza en maakt mijn lief een kop thee voor me. Waar ik me, luie aap die ik ben, niet eens schuldig voor hoef te voelen, want sinds we onze waterkoker ingeruild hebben voor een fluitketel is thee maken een feest.
Gisteren was mijn allereerste Kinderjury-bijeenkomst. Dat was spannend, en een heel klein beetje eng, maar achteraf gezien vooral heel leuk. Al zat mijn hoofd na afloop zo vol dat er de hele verdere dag niets meer bij kon.
Ze waren twee keer met ongeveer vijf, en twee keer onder de indruk van het magistrale uitzicht vanop de zesde verdieping. Verder vonden ze twee keer heel andere dingen dan ik.
Dat Het schorpioenkind van Riana Scheepers niets bijzonders is, bijvoorbeeld.
Of dat De achterblijvers van Lydia Verbeeck een klein meesterwerk is.
Wortels van Klaas Verplancke ging moeilijk en eindigde daardoor helemaal aan de staart van hun voorlopige top 3. Het was te moeilijk voor 7- of 8-jarigen (in de bib krijgt het een 7+ etiket), maar ook te gemakkelijk voor hen. Door het formaat, de prenten, de grote letters en de eenvoudige taal was het duidelijk voor jongere kinderen, maar tegelijk waren ze ervan overtuigd dat het eigenlijk een soort poëzie is, waar ze over een paar jaar andere dingen in zouden zien dan nu. Maar de tekeningen waren prachtig, veel mooier dan in Een fruitje van zilver of Het neusje van Paulien, daar was iedereen het over eens.
Op het eind wilden ze weten welk boek ik het mooist vond. Dat was Wortels, omdat je er zelf veel bij kan bedenken en omdat het zo mooi poëtisch is.
'Ach ja,' zuchtte B., de enige man in het gezelschap, 'grote mensen houden van poëzie.'
En verder zie ik er blijkbaar nog steeds erg jong uit ('In het hoeveelste zit jij?'), maar dat is niet erg, dat is eerder een compliment.

V. Swchwrm

A. is naar Mijn avonturen door V. Swchwrm gaan kijken, het stuk naar het boek van Toon Tellegen. Wanneer we 's avonds mijn cake-rooster gaan ophalen, krijg ik de folder mee.

In dit boek staan een aantal van mijn avonturen. Sommige heb ik echt beleefd, andere heb ik verzonnen. Ik vind dat verzonnen avonturen net zo goed avonturen zijn als echt beleefde avonturen. Ik gebruik in dit boek een schuilnaam: V. Swchwrm. Ik wil namelijk niet dat iemand weet wie ik echt ben. Daarom heb ik ook iedereen die in dit boek nog meer voorkomt onherkenbaar gemaakt (behalve de koningin). Dit is mijn eerste boek. Ik hoop dat het een diepe indruk zal achterlaten. Anders heb ik het voor niets geschreven.
V. Swchwrm

25.11.04

Eer

Applaus! Ik heb applaus gekregen!
Het was na Plotseling ging de olifant aan van Tellegen. De olifant viel stil in slaap en het vuurvliegje zat een beetje te mokken. De jongen recht voor me zat met zijn ellebogen op zijn knieën vrolijk te glimlachen en begon aarzelend in zijn handen te klappen. Een paar anderen volgden - even aarzelend. Tot de hele klas breed zat te applaudiseren.
De juf moest lachen, en ik ook.
Een half minuutje schaamteloze eer aan mezelf, vanmorgen rond kwart voor tien.

24.11.04

Lijstje

Gezien:
The princess diaries, delen vier en vijf,
The Jane Austen book club van Karen Joy Fowler,
Al mijn later is met jou van Edward van de Vendel,
en De heerlijkste 5 december van Annie M.G. Schmidt.

Maar niets van dat alles in de ECI.
Daar werd het Een schitterend gebrek van Japin.

23.11.04

Na het feest

Vrijdag was het feest in Brussel.
Zaterdag thuis, met ooms en tantes en dia's van minstens dertig jaar geleden. Van mijn pa in een trendy Adidas-vestje, maar ook van mijn twee overleden grootouders. Ik heb ze nooit gekend en hier stonden ze allebei zomaar op de foto.
Gisteren was A. jarig. Dus werd het laat vannacht.
Vandaag begin ik helemaal slapgefeest aan een vrije dag. Plannen makend: ik ga naar de ECI-winkel en er zou ook een wasje moeten gebeuren. Morgen is het actiedag en worden we vriendelijk verzocht in het zwart te komen werken, maar mijn zwarte jurk is niet fris meer en mijn zwarte rok ligt al tijden in de was.

18.11.04

feat. Bert Anciaux

Uit nieuwsgierigheid gaan kijken naar de website van Bert Anciaux. Misschien zou ik er iets kunnen vinden dat ik kan gebruiken om mijn verontwaardiging (is dat het woord?) mee te bevestigen. En kijk, het is bijna meteen raak.
In zijn bericht van 30 oktober 2004:

Via een samenwerkingsverband met de boekensector en privé-sponsers moet het mogelijk zijn om een miljoen kinderboeken in de klassen van de lagere scholen te krijgen. Dat is een toekomstgerichte actie ten voordele van alle kinderen.

Ik heb het altijd al zo'n snugger idee gevonden, van die gratis boeken in de klassen.
Want waarom heb je privé-sponsers nodig als je al bibliotheken hebt - talloze bibliotheken? Ze staan verspreid over heel het Vlaamse land, met armen en deuren wijd open naar alle klassen van alle lagere scholen.
En waarom moeten er gratis en voor niets ladingen en ladingen krakend nieuwe boeken naar de klassen, als ze elke week gratis nieuwe boeken kunnen krijgen in de bib? Elke week andere boeken. Elke week een ander verhaal, andere prenten, andere personages, andere avonturen. Elke week een ander gevoel.
Daar groeien kinderen van.
Toch?
En wie weet komen ze later als ze groot zijn terug - zodat de heren en dames van het moord en brand en de uitleencijfers ook tevreden zijn.
Vorig weekend was Jan Staes van Canon Cultuurcel te gast bij Kurt Van Eeghem op Radio 1. Het ging over kinderen en cultuur. Staes' cijfers en procenten wogen zwaar zo op een nuchtere maag op zondagmorgen, maar wat ik onthouden heb is dat kinderen die op jonge leeftijd in contact komen met theater, geneigd zijn later op eigen houtje de weg terug te vinden naar datzelfde theater. Ik wil voorzichtig zijn, heb geen grootschalig onderzoek om op terug te vallen, maar: zou het niet net zo kunnen gaan met kinderen die van jongs af naar de bibliotheek komen? Om nog maar te zwijgen van dat begrip dat 'drempelverlagend' heet.
Ik vond het al zo'n snugger idee.
En dan blijkt deze week dat Anciaux, diezelfde Anciaux, het spook van de besparing op de bibliotheken losgelaten heeft. Beloofde projectsubsidies blijven uit. En er moeten mensen weg.
Wéér mensen weg, méér mensen weg.

Om het af te leren nog een citaat uit Berts weblog, uit hetzelfde bericht: 'Literatuur kan onmogelijk hand in hand gaan met de verzuring. Integendeel.'

***

Wanneer ik vandaag om vijf uur de bus naar huis neem, regent het en is het zo goed als donker. Herfstweer om mij in te nestelen, met mijn jas dicht, mijn sjaal warm en Austen in mijn handen:
'It would be an excellent match, for he was rich and she was handsome.' (Sense and sensibility, p. 34)

15.11.04

Jane Austen

Confession. I have read Pride & Prejudice about 200 times. I get lost in the language. Words like "thither", "mischance", "felicity." I'm always in agony over whether Elizabeth and Mr. Darcy are really going to get together. Read it. I know you'll love it.
Kathleen Kelly in You've got mail

Confession.
Ik heb niets van Jane Austen gelezen. Met een diploma Engelse literatuur op zak is dat een grote schande. Ik heb een paar verfilmingen gezien van haar boeken, maar mijn grootste herinneringen daaraan zijn een dartelende Kate Winslet, een stamelende en stotterende Hugh Grant ergens in de buurt van een labyrint, en een bloedserieus kijkende Colin Firth met een kraag toegeknoopt tot onder zijn neus. Maar vandaag is een heuglijke dag. Vandaag gooi ik een eerste schep in het gapende gat.
Dit dankzij Meg Cabot en De verliefde prinses. Helemaal achterin het boek staat een klein beetje biografische informatie: het was erg warm in Indiana, waar Cabot opgegroeid is, en op zoek naar wat koelte kwam ze terecht in de plaatselijke bibliotheek, 'waar ze naast koele lucht ook alle boeken van Jane Austen vond.'
Et voila.
Dan loop ik naar het boekenrek en pluk er Sense & Sensibilty uit.

13.11.04

Een verenigd Europa

De vrouw was geen Belgische.
Afgaande op haar accent zou ik Russisch gegokt hebben, maar het bleek Pools te zijn. Ze wou graag een abonnement voor haar twee zoontjes.
Uit haar Nederlands sprak veel moed en volharding, dus deed ik mijn best verstaanbaar en duidelijk te zijn. Met veel moeite, want meestal is de informatie die ik op leners loslaat chaotisch en ongestructureerd, vaak zelfs helemaal niet terzake doende. Maar ik deed mijn best, en met handen en voeten en veel heldere woorden kreeg ik het systeem van de waarborg voor niet-Belgen uitgelegd. Maakte twee lenerspasjes en gaf haar een reglement en een folder met onze openingsuren en telefoonnummers.
Toen vroeg ze hoe haar zoons met het pasje op de bus konden.
'Oei,' zei ik. 'Dit is niet voor de bus. U bent in de bibliotheek, maar u moet eigenlijk bij De Lijn zijn.'
Ik glimlachte, zocht een blik die begrijpend en medelevend was, en wees in de richting van het hok waarin busabonnementen verkocht worden. De vrouw zag eruit alsof ze het liefst ter plekke door de grond zou zakken - in één rechte lijn terug naar Polen. Alsof ze van schaamte en woede stante pede in tranen uit zou barsten.
Ik zei haar dat het niet erg was, helemaal niet erg, en wees nog eens naar het hok van De Lijn. Schrapte de pasjes. Gaf haar de waarborg terug.

12.11.04

Dawson's Creek

Mh.
Ik frons mijn wenkbrauwen terwijl ik op deze onhandige stoel -hij kwam mee met het appartement- zit te wiebelen op de tune van Het Swingpaleis. Het is een wiebelstoel dus dat komt wel mooi uit.
Kijk ik te veel tv? Ik heb helemaal geen zin in Het Swingpaleis. Ik heb zelden zin in Het Swingpaleis, hadden we een salontafel dan zou ik ze er nooit voor aan de kant schuiven.
Maar ik beken.
Ik gebruik de tv als radio.
Erger nog, ik durf weleens een boek te lezen met op de achtergrond bewegende beelden zonder geluid. Zo weet ik dat bijvoorbeeld Het Swingpaleis met het geluid af hilarische tv geeft. Voor anderen is dit een godsgruwelijk lelijke gewoonte, maar voor mezelf is het ok. Omdat het een souvenir is uit Malmö. Ik doe dit namelijk niet voor mijn plezier. Ik doe dit ter ere van het woordjes en grammatica stampen, ter ere van Marabou-chocolade en bijbehorende puisten, en niet in het minst ter ere van Dawson's Creek om drie uur in de namiddag. Ha!
En dan nu: Vlaanderen bohoven!

De omroepster

Het einde van een werkweek.
Dan zorgt TV1 graag voor wat extra ontspanning.

Goed om weten.

11.11.04

Rebecky

Ik weet amper nog hoe en waarom (daar dienen vrije dagen voor), maar ineens stuit ik op foto's van zelfgemaakte tiny books. Zulke dingen vind ik erg mooi.

10.11.04

Dinsdag

In de tuin van het clubhuis voor senioren is het lichaam van een twintigjarige studente gevonden. Er is sprake van kwaad opzet.
Ik ken dat clubhuis langer dan pakweg de Graslei en de drie torens, het lag pal tussen de universiteit en mijn eerste kot. Het is een lelijke bungalow in kaki-groen. Het heeft grote ramen en binnen staan een bar, een pooltafel en tafeltjes om aan te kaarten met een trappist of een Duvel. Misschien hadden ze stevig gespeeld, dinsdag. Had één van de senioren hard met zijn hand op tafel geklopt, zich bulderend gewonnen wetend. Was een ander dan opgestaan om een beetje uit het raam te gaan staren. Om nog een laatste blad te zien vallen, zogezegd, want eigenlijk kan hij niet goed tegen zijn verlies. Daar moet hij dan zo oud voor geworden zijn. Had hij haar toen gezien. Een hoopje lichaam tussen de bladeren.
Ik zeg er maar niets over tegen mijn moeder.

7.11.04

Rood

Mijn oom dacht dat hij paprika's geplant had. Het bleken pepers te zijn. Hete pepers. In van dat prachtig rood.
Ik neem een zak vol mee, rijg ze aan een touwtje. Straf spul, merk ik al rijgend. Dus was ik mijn handen.
Maar het blijft.
Ik sta in brand.

6.11.04

De wereld

Het was woensdag.
Theo van Gogh was net vermoord en Bush herkozen. Ik ging werken. Omdat het voor veel mensen vakantie was, ging ik met de bus. Op het bushokje hing een grote poster die een nieuw spel van de Nationale Loterij wou promoten. Het spel heet Zeeslag, op de poster zit Neptunus in een rolstoel, geschramd en gewond, arm in een doek. Geweld als verkoopstruc.
Ik werd er bijna zelf agressief van. Maar vooral heel droef.

2.11.04

Resan mot en mognare barnlitteratur

In het Zweedse Dagens Nyheter van gisteren staat een bespreking van Ulla Rhedins boek Bilderbokens hemligheter - Geheimen van het prentenboek.
Ergens in het artikel, en in het boek, gaat het over het 'ambivalente kinderboek'. Daar blijf ik hangen. Deze zogenaamde ambivalente kinderboeken worden niet zomaar eenduidig ontvangen; de vraag is naar wie ze zich richten, of ze geschikt of net angstaanjagend zijn voor kinderen. In dit soort boeken ziet Ulla Rhedin de eerste stappen richting een nieuw tijdperk wat onze kijk op kinderen, kindertijd en literatuur betreft.
Als voorbeeld noemt Ulla Rhedin Resan till Ugri-La-Brek (1987) van Anna-Clara en Thomas Tidholm. Zelf denk ik als vanzelf aan De dag dat mama even tijd had voor een kopje koffie (2003) van Paul Verrept, of aan de boeken rond Mijnheertje Kokhals (2002 en 2003), van Bart Meuleman en diezelfde Paul Verrept.
Ik hoor mezelf nog zeggen dat De dag dat mama even tijd had voor een kopje koffie niet op zijn plaats staat tussen de boeken voor groep 1 (tot 6 jaar) van de kinderjury. Kinderen onder de zes hebben hier niets aan, zeg ik zowaar. Dit gaat over volwassenen, over de sleur van een huishouden, over een moeder die een verzetje kan gebruiken en prompt verliefd wordt. Mijn woorden zijn nog niet koud of ik wil ze weer terugnemen. Want 'barn förstår allt - men på sitt eget sätt', zoals Ulla Rhedin schrijft. Kinderen begrijpen alles, maar op hun eigen manier.
Het leunt aan tegen wat Bart Moeyaert steeds opnieuw vertelt:

Ik zal nooit met zekerheid weten wanneer een boek te literair of te moeilijk is voor een jong - of zelfs minder jong - stel hersens. Lezers kunnen spellen, woorden spellen, ze bij elkaar zetten in zinnen, en ze ook een betekenis geven, als ze twee keer nadenken.
(notitie 26, 56 kilometer)

En:

Door de Zweedse vrouw weet ik dat moeilijke boeken het begin kunnen zijn van veel actie in een mensenhoofd.
(notitie 27, 56 kilometer)

Met deze idee ben ik begonnen in de bib.
Maar een bibliotheek steekt alles in hokjes, plakt overal een etiketje op. Op de afdeling waar ik werk, krijgt zo elk verhaal een heel besliste leeftijdsaanduiding: 6+, 8+, 13+. Soms vindt iemand een leeftijd ongelukkig gekozen, soms worden er hele veldslagen uitgevochten over het verschil tussen 8+ en 9+, vaak wordt een leeftijdsaanduiding in alle stilte maar na rijp beraad omgeschakeld. Maar een label komt er. Altijd. Alles op een hoop gooien, zeggen 'kies maar', dat werkt niet. Alles drie of vier keer aankopen en een exemplaar op elke afdeling plaatsen, daar is geen geld voor.
Hoe ga je in zo'n omgeving om met dat ideaal?
In een ander notitie heeft Moeyaert het over bibliotheken en hun tig afdelingen. Lezers worden netjes de weg gewezen door bordjes allerhande, 'wat prachtig is voor de leesbevordering, maar verder ook gevaarlijk.' Want,

Stempels veranderen al snel in drempels. Waarom zou een volwassene nog naar de kast 'jeugdliteratuur' terugkeren, als hij zelf geen kinderen in die leeftijd heeft? En hoe kan een vijftienjarige het boek van Grossman te pakken krijgen, als het in de kast voor achttienplussers is weggezet?
(notitie 50, 56 kilometer)

Mijnheertje Kokhals krijgt bezoek is genomineerd voor de kinderjury en staat op de keuzelijst van de komende jeugdboekenweek. Het is een bitter verhaal, bijna cynisch. Mijnheertje Kokhals past niet in de wereld, hij kan niet overweg met alle onverschilligheid om zich heen, verwacht steeds het goede in de mens maar krijgt in de plaats daarvan het deksel op zijn neus. Waarop hij niet anders kan dan doen wat zijn naam aangeeft: kotsen. De boeken rond Meneertje Kokhals passen niet in de beschermende, lieflijke wereld van pakweg Raad eens hoeveel ik van je hou, ze hebben geen zacht lapje om je wang tegenaan te wrijven. Ze hebben weerhaken, ja, ze zijn misschien angstaanjagend. Maar dat ze op deze lijsten staan (en daardoor, met een beetje goodwill, rechtstreeks bij jonge kinderen terecht zullen komen), is ongemeen spannend.
Een teken van het nieuwe tijdperk waar Ulla Rhedin het over heeft.

Als toemaatje nog dit.
Het artikel over Bilderbokens hemligheter linkt naar een artikel dat drie prentenboeken bespreekt, en dat volgende vragen stelt:

Een prentenboek lezen met een kind op de knieën is leuk. Maar praat je dan tégen of mét het kind? Wat wil het boek? Een ervaring doorgeven of een bepaald gevoel vormgeven? Of er gewoon voor zorgen dat het kind snel in slaap valt?

Bart Moeyaert, '56 kilometer'. Amsterdam/Antwerpen: Querido, 2004.
Paul Verrept, 'De dag dat mama even tijd had voor een kopje koffie'. Hasselt: Afijn, 2003.
Bart Meuleman en Paul Verrept (ill.), 'Mijnheertje Kokhals'. Hasselt: Afijn, 2002.
Bart Meuleman en Paul Verrept (ill.), 'Mijnheertje Kokhals krijgt bezoek'. Hasselt: Afijn, 2003.

Huismus

Ik ben een huismus. Zoveel is duidelijk.
In twee dagen tijd ben ik alleen buiten geweest omdat we brood en beleg nodig hadden. Dat was zondag. Eergisteren. Nog een geluk dat ik niet alleen naar de bakker moest en dat mijn lief me aan mijn arm meetrok. Even kijken naar het vogelnestje in de boom bij de bushalte. Gemaakt met plastic en al. Even kijken naar de Canadese ganzen in het park. Behalve Canadese zaten er ook gewone ganzen, en duiven, en heel veel meeuwen. Wat een beetje vreemd was, want er is hier nergens zee in de buurt. Er stond ook een meneer met een grote telescoop naar de vijver te kijken. Ik zag mijn lief watertanden. Zo'n telescoop, dat ziet hij ook wel zitten.
Vandaag is het dinsdag. Ik heb warme sokken aan en sloten thee gedronken. De Hasseltse speculaas is op. Ik heb een paar boeken uitgelezen, een beetje orde gebracht in de chaos (niet te veel) en een afwas gedaan. De andere afwas staat er nog. Ik heb een nieuw tv-programma gezien dat leuk leek, maar dat helemaal niks bleek te zijn. Tussendoor heb ik zelfs een dansje gedaan, meegezongen met Victory en de kriebels gekregen van die diepe stem van Daan.
Maar vandaag is het dinsdag.
Tijd om uit vliegen te gaan.