30.8.10

24.8.10

Weegschaal (ontregeld) met tapijten-antislip in een Delhaizezak.
Daar onder negen kapstokken in een zak van de Casa.
Daar onder Marimekkotas (vorig weekend nog aan gedacht), witte bommasakosj (topkoopje van de Kringwinkel), fancy leren boekentas, rode handtas van de Zara (opnieuw blij mee), versleten en met liefde aan mij geschonken handtas van mijn moeder.
In die handtas factuur van Hotel Rokin, aankomst 9-4-2006, vertrek 12-4-2006, logies met ontbijt.

22.8.10

Twee kopjes koffie.
Twee glazen vers appelsiensap.
Eén croissant.
Eén chocoladebroodje.
Anderhalf hardgekookt ei.
Anderhalf speculaasje.
Eén krant.
Eén tijdschrift.

20.8.10

Ik wroet me al een week een weg door Dieven van Will Gatti. Edward van de Vendel zegt op de cover dat het zo'n goed boek is. Mirjam Noorduijn zegt in de NRC Boeken dat het zo knap is, maar wel even door die eerste 100 pagina's geraken. Laat niemand van mij zeggen dat ik geen doorzetter ben! The Guardian could imagine impatient readers giving up en dat dat a pity zou zijn. Laat niemand mij een ongeduldig lezer noemen! Ik zucht en ik blijf lezen en ik vraag mij af of een boek 100 slome pagina's überhaupt ooit goed kan maken.

19.8.10


Vlinderbaby nummer drie of vier.




Heel lang geleden kreeg ik linten en knopen en naalden van de grootmoeder van E. Die zaten in kartonnen dozen. Die kartonnen dozen stonden in ons huis (in een hoek achter een zetel) en in het huis van mijn schoonouders (op de jongenskamer van mijn lief). Ooit en op een dag zou ik ruimte hebben en engelengeduld om alles uit te pakken.

15.8.10


1.8.10

Er was geen vakantie in een warm land bij een zwembad dit jaar. Er was ook geen huisje op een eiland met in de keuken een kastje met daarin onze van thuis meegesleurde en ter plekke bij elkaar gekochte bibliotheek. Er was ook geen huisje op het platteland met in de slaapkamer een commode met een vaasje verse bloemen op en een rij snel te lezen boeken.

Ik las niet deze vakantie.

Ik schilderde een plafond en muren en een raam en plinten. Ik leerde behangen. Ik kocht twee kasten. Ik zat in de kelder dozen uit te pakken. Ik keek heel erg vaak in woontijdschriften en ik volgde een idiote kookshow op tv.

Vandaag is mijn vakantie al een week voorbij en lees ik Notwithstanding van Louis de Bernières. Dat is bijna in een huisje op het Engelse platteland zitten en van achter een gordijntje de dorpsbewoners gade slaan.

We hebben een vlinder gekweekt. We hebben een rups onder luide verwensingen en minder fraaie bewoordingen van de krakend verse rucola geplukt (of wat daar nog van over was), op een bosje verlepte sla gezet, de muur op zien kruipen en een pop zien worden. Vandaag was de pop leeg. We keken er zó doorheen. Ernaast zat een vlinder. Je zag meteen dat-ie nieuw was. Hij zat vast moed te verzamelen voor zijn eerste tocht, maar dat duurde niet lang. Vlinders hebben niet veel moed nodig. Eén twee drie hup en weg. Halte één: de hortensia. Halte twee: de wereld.