31.8.04

Feest

Een week na de decadentie van de kermis is het weer feest. Dit keer bij de andere familie: een gouden bruiloft van een oom en tante. Alle neven en nichten zijn uitgenodigd, waardoor ik mensen weerzie die ik amper herken. Ik ontdek achterneven en -nichten waarvan mijn laatste herinnering is dat ze geboren zijn. Nu zijn ze minstens tien en gek op dansen.

Een dag later vertelt Edward van de Vendel op de cultuurmarkt in Antwerpen over zijn oma en opa. Over het soort disco op hun zoveelste huwelijksverjaardag en hoe zijn oma en opa plots meedoen met al dat jonge geweld. Hij had er een gedicht over geschreven. Ik moest denken aan mijn oom die ik een dag eerder de kabouterdans had zien dansen - twee tellen trager dan zijn kleinkinderen, maar toch de kabouterdans.

25.8.04

Een half uur

Een jaar of wat voor Een jaar als (g)een ander (gok ik) gaf Kristien Hemmerechts haar studenten de opdracht elke dag een half uur voor zichzelf te schrijven. Een blog zou daar een prachtig hulpmiddel voor zijn, bedenk ik nu. Een forum voor jezelf. Ik denk weleens aan Kristien Hemmerechts als ik naar dit scherm zit te staren. Maar dan: een half uur is zo gevuld met hier en daar een lettertje te veranderen. Een uitroepteken weg te halen of een link toe te voegen (welkom, Fish). Zonder ook maar iets te zeggen over hoofdpijn, hemelse koffiekoeken met thee, verse kinderjury-affiches en een nieuwe At Home.

Gesprek in mijn hoofd op weg naar de bus:
'Je schrijft goed. Sterke besprekingen.'
'Dank je.'
'Schrijf je verder nog? Een verdoken huis-tuin-en-keuken-recensent?'
'Haha. Min of meer.'
'Laat eens iets lezen. Als je wil.'
En we worden de beste schrijvende maatjes.
Als ik een uur later de kans krijg, zeg ik het niet. Worden we ook niet de beste schrijvende maatjes.
Wat niet wegneemt dat het dringend gezegd moet worden.
Overmorgen.

23.8.04

Kermiszondag

Voorlaatste zondag van augustus: kermis in het dorp. Het eerste deel rond de kerktoren, het tweede rond het oude gemeentehuis, het derde rond het cultureel centrum annex bioscoop.
Dat wil zeggen dat de familie bij elkaar stroomt - iets wat alleen gebeurt met Kerstmis en wanneer het kermis is. (Dat die twee nog iets gemeen hebben, merk ik wanneer ik de peters en de meters in de portefeuille zie tasten. Kermisgeld! Vroeger spaarde ik dat en kocht ik er schoolgerief van: nieuwe balpennen, verse schriften, een soepele ringmap. Nu krijg ik blijkbaar geen kermisgeld meer. Waarschijnlijk omdat ik nu mijn eigen kermisgeld verdien met een keurige eight-to-five job. Ik hoop dat ik straks wel nog kerstkadootjes krijg.)
De hele familie dus, bij de grootouders. Alle ooms en tantes, alle neven en nichten. De een meer uitgeslapen dan de ander, want tot zaterdagavond was het Pukkelpop in Kiewit. Mijn neef Door bijvoorbeeld is niet zo fris omdat hij 's morgens om half zes de wei van Kiewit ingeruild heeft voor de vlottentocht op het kanaal - sinds een jaar of twintig het kleine broertje dat meekomt met de grote kermiswagens. Mijn nichtje Hanne krijgt 's avonds zowaar buikpijn van diezelfde vlottentocht - een slok te veel kanaal binnengedaan, zeggen we begrijpend en we voegen eraan toe dat ze maar rustig buiten in de frisse lucht moet zitten.
We passen net aan drie grote tafels, tegen elkaar geschoven in de eetkamer. Wil je aan de overkant geraken, dan moet je helemaal door de gang. We eten brood en drinken koffie, de kinderen limonade, en verdelen ons dan over een paar auto's om naar het dessert te rijden. Op het nagelnieuwe appartement van nonkel Theo staat de vlaai klaar: een met alleen appel, een met chocomousse, een met rijst en slagroom en een met appel en slagroom. De twee aangetrouwde familieleden die niet van de streek zijn, waren gechockeerd na de eerste grote familiebijeenkomst. Hier worden geen vijf boterhammen en als dessert een stukje taart gegeten, maar andersom. Logisch en doodnormaal, zegt nonkel Theo, want vlaai is veel lekkerder. Ah voila. Wij zijn de mannen en de vrouwen van het goede leven (de dikke buiken en de cholesterol).
Vertrekken naar de kermis zelf doen we met z'n allen. Wat meestal lang duurt, want de één blijft staan praten met oude bekenden waar de ander rustig opgaat in de kabbelende mensenstroom.
Onderweg wint mijn jongste nichtje Lisa met ballengooien een rode plastic voetbal en bedenk ik dat kermis pas echt leuk is met een jong kind erbij. Ballengooien op je vijfentwintigste is misschien wel aardig, maar ook geforceerd en een beetje zielig. Bovendien schitteren de prijzen veel harder als je acht bent en niet kan kiezen. Dus supporter is voor Lisa en als ik niet een half uur later al de trein terug naar Gent en een eight-to-five job had moeten halen, was ik met haar in de rappe rups gegaan - een buik vol vlaai of niet.

Een dag later.
Lees ik The Subtle Knife van Pullman (ik heb me eindelijk vastgebeten in His Dark Materials), maak ik plannen voor een vrije donderdag (Rick de Leeuw op een plein in Brussel), en besluit ik morgen spag bol à la Jamie Oliver en tiramisu à la boerinnenbond voor Heleen klaar te maken.
En ga ik te laat slapen om morgenvroeg om acht fris van geest en monter van gemoed te zijn.

13.8.04

Plan

Dit week-end ga ik lezen.
Lezen en schrijven.
En ontdekken.

12.8.04

Iemand anders

Dead Poets Society gezien, voor de eerste keer in mijn leven met mijn volle verstand. Ik dacht: laat ik mij inspireren voor als ik op een mooie dag toch les ga geven. Diep vanbinnen smeult er een literatuurjuf in mij. Zoals vroeger in Heartbreak High.
Naast die literatuurjuf woont stiekem ook een mevrouw van de kinderboekenwinkel. Zoals in You've Got Mail. Het is niet cultureel correct, maar ik kan er hele lappen tekst uit citeren. Een vreselijke film, in bepaalde geschriften afgeschoten om zijn verderfelijke moraal: het kapitalisme (gepersonifieerd door een man) trekt aan het langste eind, om nog maar te zwijgen van alle schaamteloze product placement. Goed voor moord en brand. Maar mij, kritische intellectueel van het derde knoopsgat, zit de film als gegoten.
Ik heb nog het vak queer studies gevolgd. Of we nooit, voor een dag of wat, iemand anders waren. Speelden. Wij grote mensen. Het had waarschijnlijk iets met rolmodellen te maken.

10.8.04

Snapshot

Het heeft geregend en de zon bleef halsstarrig hangen achter een dik wolkendek. Eindelijk! Ik dank de weergoden op mijn blote knieën: ik kan weer buiten, ik kan weer ademen.
We plakken de foto's in een boek. Chronologisch of thematisch? Een beetje van allebei.
Een selectie van alle vakantiefoto's, mijn hoofd zit nog vol beelden die niet afgedrukt en glanzend uit de fotowinkel teruggekomen zijn. De snorkelende, bibberende kinderen in het meer Linden bij Lönneberga, bijvoorbeeld. Of Lönneberga kyrka (wit), waar het gras bijgesnoeid werd, en Lönneberga hembyggdsgård (rood). Het terras in Oskarshamn met een heerlijke baguette met parmaham, mozarella en basilicum, en voor mijn lief twee keer chokladmjölk die naar marshmellows smaakt. Kleine Gustav in de jeugdherberg (en de onhebbelijke Isabella, de jongen die zijn nieuwe speelgoedautootje aan mijn lief laat zien, en het meisje dat haar nieuwe pop toont). Het roze stadshotel in Vimmerby. Het nichtje (70) van Astrid Lindgren dat met een familie Noren op de foto gaat. Emil van Emils restaurang och pizzeria. Een nieuw ontdekt zicht vanop Skeppsholmen. Det är inte vad Ellen Key, Ellen Key tänkte sig - film in het Moderna Museet. De drie Fransmannen die een duik nemen. En dan die foto van ons met twee heerlijke ijsjes (capuccinno en chocolade voor mij, appel-vanille en gebroken hazelnoten voor mijn lief) op Stortorget!
Enzoverder.
Iemand die er niet bij was, heeft er niks aan. Die kan een stuk of veertig glanzende foto's bekijken. Nu netjes ingekleefd.

4.8.04

Hot town

Het is dertig graden buiten, binnen misschien ook wel, en ik loop te snotteren. Over mijn hoest zegt mijn collega dat ik hete thee moet slurpen, dat is goed voor mij. Ik bedenk dat dit een resultaat is van een over-ge-aircondition-de maatschappij. Of van het vliegtuig waarmee we vorige vrijdag van Zweden naar huis kwamen: daarop had je met een warme trui niet genoeg. En er kwam geeneens een lieve stewardess met een hete kop thee, of koffie, met een koekje.
Ik ben teruggekomen uit Zweden met een hoofd vol Småland. Ik zie onszelf nog gaan, met links van ons en rechts van ons velden vol zomerbloemen, voor ons en achter ons een landweg en in de bocht een huisje met een hond en een man. De man wuift naar ons. Ik voel ons Rasmus en Paradis-Oskar.

Dit las ik gisteren in Barnboks världar. Het is van Barbro Lindgren:

Nu föds ett barn
och nu
och nu
En stund på jorden
föddes du
och någon andas
sista gången
varje stund
nu andas någon
inte mer
och någon ser
för sista gången
nattens gråmoln brista
Varenda dag
är alltid första dagen
och den sista