6.4.06

Zomaar op woensdag

Ik liep gisteren bij zonsondergang door een straat met velden en grachten. Het was koud, te koud voor de tijd van het jaar, en binnen brandde de stoof. Er zou een bed zijn dat vreemd aanvoelde en toch ook niet. Het was het leven dat het onze had kunnen zijn als we ooit ja gezegd hadden in plaats van nee. Nu was het een paar uur vakantie.

Geen opmerkingen: