25.5.05

Uitgelezen

Het signalement (want zo heet dat daar) van Phara de Aguirre was Het boek der omhelzingen van Eduardo Galeano en meteen van bij de gereciteerde achterflap was het goed raak tussen mij en die Galeano:

Schrijven is voor mij een manier om anderen te omhelzen - en eigenlijk ook om door anderen omhelsd te worden. Als ik schrijf, geef ik me, raak ik anderen aan. De woorden zijn de armen van de omhelzing.

Eén van de eerste dingen die ik vandaag op mijn werk doe, is dit boek zoeken. Het blijkt te bestaan uit korte stukjes die vaak uitlopen op een pointe. Het gaat over kunst en liefde, televisie en vervreemding, honger en tijd - kortom: de dingen des levens - en telkens wordt een argeloze anecdote een soort van wijsheid, een slim idee, een inzicht. Ik kan me voorstellen dat ik dit niet in één keer kan uitlezen, wegens te veel te mooie woorden op een rij. Zoals ik dat heb met de dikke Toon Tellegens. Een snoepje is lekker, maar eet een hele zak in één keer leeg en je krijgt gegarandeerd buikpijn.
Het boek der omhelzingen blijkt ideaal voer voor op het nachtkastje. Om 's avonds voor het slapengaan nog even in 't eigen hart kijken, en om dan mijmerend in slaap te vallen. Of net niet. Zoiets zei Phara de Aguirre ook al, gisteren. Ze had gelijk.

Moet ik nog zeggen dat het een succes was, gisteren. Op het programma stonden Los van Tom Naegels, De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón en Hoe ik nu leef van Meg Rosoff. Voor wie het nog niet in de gaten had: mijn leesleven is redelijk begrensd, de zogenaamde literatuur voor volwassenen wil weleens ongelezen op het nachtkastje blijven liggen. Maar sinds gisteren kan ik tenminste meepraten over De schaduw van de wind, 'Het is een beetje een dvd box, maar dan van papier.', of over Los, 'De zwakte zit in de sterkte: de mix van rake observaties, essay en persoonlijke beleving zijn interessant, maar verzwakken het geheel ook.' -ahum-
Het ware genot zat 'em gisteravond natuurlijk in het luisteren naar degelijke gesprekken over de schone letteren, volledig mee te gaan in voor en tegens zonder ook maar één letter van de boeken in kwestie gelezen te hebben. En hoeveel argumenten tegen een boek ook kreeg, ik kreeg vooral zin het zelf uit te zoeken. Hoe zit dat nu echt met die Schaduw van de wind? En precies zo moet het zijn. Precies zo moet je over boeken praten. Het ware woord is het woord dat doet hongeren.
(Zou ik ooit zo kunnen praten over boeken? Of schrijven? Als ik later groot ben word ik Anna Luyten, maar met de cool van Bent van Looy. Maar laat mij voorlopig mijn zolderkamer, veilig achter een scherm en met de olifantenhuid van een schuilnaam.)

Nu, om het af te leren, nog eentje van Galeano - onder 'De functie van de lezer 1', over hoe boeken een leven lang mee kunnen gaan:

Lucía heeft dat boek niet herlezen. Zij zou het niet meer herkennen. Het is zo in haar gegroeid, dat het nu een ander boek is, dat het nu haar boek is. (p. 11)

Eduardo Galeano Het boek der omhelzingen. Van Gennep, 1991.

Geen opmerkingen: