18.1.05

Hemelstof

Ik sta achteraan in een volle tram en kijk recht voor me uit, over de hoofden van de andere reizigers. Het is half vijf geweest. Het licht op het station, door de ramen langs links, is oranje.
Vanavond laat mijn lief me Gie Bogaert horen. Een held van hem. Laat het zijn held zijn, dacht ik altijd. Van hem alleen. Ik had nog geen boek van deze Bogaert gelezen, was hoop en al begonnen in De liefdeverzamelaar, op vakantie, op zo'n moment dat je alleen maar kijken wil en rondlopen en boeken je eigenlijk gestolen kunnen worden. Maar toen lag ik met hoofdpijn in bed en wou om tot rust te komen een stem die voorlas. Het werd het laatste stuk uit Hemelstof, 'De winst van het verlies'. Mij was alles goed, als het maar mijn lief was, met een boek. Voor mij alleen.
Vanaf de eerste regels wist ik dat het over mij ging. Ik weet niet of mijn lief dat ook wist, of weet. Ik denk het niet. Dat is niet erg. Het gaat over de herfst en de liefde, over herinneren en in een koffiehuis zitten. Het heeft heldere woorden en zinnen, die stuk voor stuk lijken te zeggen 'zo is het en niet anders, en als je dat niet waar vindt dan is het niet erg'. Maar ik vind het wel waar.

En al deed ze er alles aan om het niet te moeten geloven, ze kon er niet omheen: soms hield ook de liefde op en bleef alleen het verhaal ervan over. (p. 142)

Bijvoorbeeld.
Ik heb 'De winst van verlies' herlezen. Later, met een helder hoofd. Het is erg mooi. Maar nooit zo intens als die keer met hoofdpijn in bed, met mijn ogen dicht en met hier en daar een flard missend van de slaap.

Gie Bogaert is te beluisteren in de laatste Gulliver (niet met Firefox). Hij heeft een heel aangename stem.

Gie Bogaert Hemelstof. Amsterdam: Uitgeverij Podium, 2004.

Geen opmerkingen: